Geplaatst op dinsdag 07 september 2021 @ 19:10 , 114 keer bekeken
De Hr.Ms. Isaac Sweers was een Nederlandse torpedobootjager van de Gerard Callenburghklasse. Het schip is vernoemd naar de admiraal Isaac Sweers.
De kiel werd op 26 november 1938 gelegd op de werf van de Koninklijke Maatschappij De Schelde in Vlissingen. Op 16 maart 1940 was de tewaterlating. De doopster van de Isaac Sweers was Johanna van den Arend-Keers, echtgenote van luitenant-ter-zee Henry van den Arend die belast was met de nautische toezicht op de te bouwen Nederlandse jagers. Het nog niet geheel afgebouwde schip werd tijdens de Duitse aanval op Nederland naar Engeland gebracht en daar op 29 mei 1941 in dienst gesteld.
Het schip was voor zijn tijd uiterst modern uitgerust. De oorspronkelijke ontwerptekeningen werden in mei 1940 gered en naar Engeland gebracht. De Britse Royal Navy nam de Nederlandse innovaties over en paste deze toe op Britse scheepsontwerpen.
Opvallend was de bewapening met twee 'Hazemeyers', dat was luchtdoelgeschut opgesteld op de plaats van de B-toren op het voordek en op het AA-platform tussen de twee torpedolanceerinrichtingen in het midden van de romp. De Hazemeyer was een in Nederland ontwikkeld affuit gebaseerd op een dubbele 40mm Bofors uit Zweden. Het luchtdoelgeschut was zeer nauwkeurig want het was volledig gestabiliseerd, voorzien van een eigen vuurleiding en de allereerste Nederlandse artillerieradar.
Voor de meidagen was Arnold Koldewijn belast met het toezicht op de afbouw van enkele jagers op de werf in Vlissingen. Om de nog niet afgebouwde Isaac Sweers uit handen van de Duitsers te houden die volgens hem Nederland zouden binnenvallen, regelde hij een sleepboot die zijn schip zou kunnen redden. De Isaac Sweers lag al te water en kon drijven maar had nog geen werkende voortstuwing. Op 10 mei 1940 werd het vaartuig door de sleepboot Zwarte Zee naar de Downs gesleept en op 12 mei in Portsmouth afgeleverd door officier MSD 2e klasse V H baron van Lawick, belast met het toezicht op de technische afbouw. De scheepsbouwer John I. Thornycroft Dockyard in Southampton deed er nog een jaar over on de afbouw te voltooien. De uitrusting bestond uit drie dubbelopstellingen van 19m/2cm en twee dubbelopstellingen van 40mm als afweerbatterij, en dus niet met vijf kanonnen van 12cm zoals in de bouwtekeningen stond. Koldewijn was in Nederland gebleven en ging op 9 mei naar Rotterdam. Hij nam een kamer in Hotel Centraal en werd enkele uren later gewekt door het oorlogsgeweld.
Op 29 mei 1941 nam Kapitein-ter-Zee J. Houtsmuller het schip in ontvangst. Na veertien dagen proefvaren zette het op 5 juli koers naar Scapa Flow waar de nieuwe Nederlandse bemanning werd getraind. Het schip werd ingedeeld in het 19th destroyer flotilla in Greenock dat troepentransportschepen naar het zuiden escorteerde.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: