In de nacht van 6 op 7 maart 1945 raakte de SS-officier Hanns Albin Rauter, de nazi-Duitse leider van de politie in Nederland, bij de Woeste Hoeve op de oostelijke Veluwe zwaargewond bij een toevallige aanslag. Op 8 maart 1945 executeerden de Duitse bezetters als wraak 117 gevangenen bij de plaats van de aanslag. De aanslag bij de Woeste Hoeve was een toeval. Het verzet wilde een vrachtwagen buitmaken om die te gebruiken voor het vervoer van vlees. De verzetsstrijders die de overval zouden plegen, waren Geert Gosens (leider), Henk de Weert, Karel Pruis en Wim Kok, Sepp Köttinger en Herman Kempfer. Beide laatstgenoemden waren Oostenrijkse gedeserteerde SS'ers.